Pestprotocol

Als vereniging heeft Scouting Emmen ook te maken met omgangsvormen tussen leden, menselijk gedrag in al zijn voorkomen, en met alle facetten van de opvoeding en het opgroeien van haar jeugdleden in het algemeen.

Ook pesten kan voorkomen binnen de vereniging. Het gebeurt gelukkig niet vaak maar vanwege de grote impact van pesten voor betrokkenen willen we als scoutinggroep een duidelijke lijn uitzetten om op gelijke manier om te gaan met pesterijen. Aan de leidinggevende de taak om altijd alert te zijn op pesten en in te grijpen als dat nodig is! Pesten kan overigens ook bij de volwassen leden en vrijwilligers voorkomen

Het doel van dit protocol is uiteenzetten wat wij onder pesten verstaan en hoe wij omgaan met pesterijen. (waar hij staat, kan ook zij gelezen worden)

Wat verstaan we onder pesten

De Dikke van Dale geeft als uitleg voor ‘pesten’: treiteren. Het woord ‘treiteren’ wordt vervolgens uitgelegd als “pesten, plagen”. Uit deze definities valt af te leiden dat het verschil tussen pesten en plagen soms moeilijk is vast te stellen, terwijl op basis van diverse, hier niet nader genoemde bronnen, toch een duidelijk onderscheid kan worden gemaakt tussen plagen en pesten.

Plagen: heeft vaak een goedaardig karakter, waarbij beide partijen kunnen lachen om de situatie. Bij plagen zijn beide partijen (vrijwel) aan elkaar gelijk en is de situatie één op één.

Pesten: is het gedrag waarbij één persoon herhaald en gedurende langere tijd door een of meerdere anderen bejegend wordt op manieren die leidt tot fysieke verwonding en/of psychisch lijden.

In onderstaand overzicht zijn kenmerken opgenomen die volgens de leiding en het bestuur van Scouting Emmen een goed beeld geven van het verschil tussen plagen en pesten.

PlagenPesten
Is onschuldig en gebeurt onbezonnen en spontaan. Gaat soms gepaard met humorGebeurt berekenend (men weet meestal vooraf, wie, hoe en wanneer men gaat pesten). Men wil bewust iemand kwetsen
Is van korte duur, of gebeurt slechts tijdelijkIs duurzaam: het gebeurt herhaaldelijk, systematisch en langdurig (stopt
niet vanzelf en na korte tijd)
Speelt zich af tussen ‘gelijken’Ongelijke strijd; de onmachtgevoelens van het slachtoffer staan tegenover de machtsgevoelens van de pester
Is meestal te verdragen, of zelfs leuk maar kan ook kwetsend of agressief zijnDe pestkop heeft geen positieve bedoelingen en wil pijn doen, vernielen
of kwetsen
Meestal één tegen éénMeestal een groep pester en meelopers tegenover één geïsoleerd
slachtoffer
Wie wie plaagt, ligt niet vast. De partijen wisselen
keer op keer
Er bestaat neiging tot een vaste structuur. De pesters zijn meestal
dezelfden, net zoals slachtoffers

Voorbeelden van pesten

  • Schelden of schreeuwen
  • Bedreigen
  • Ongevraagd en/of zonder toestemming aan elkaar zitten/vechten
  • Ongewenste bijnamen gebruiken
  • Buitensluiten/isoleren
  • Ongevraagd en/of zonder toestemming aan iemands spullen zitten
  • Iemand uitlachten
  • Reageren op iemands uiterlijk/discrimineren
  • Agressief of intimiderend gedrag

Hoe gaat de groep om met pesten

Meldingen van pesterijen kunnen komen van leidinggevenden, ouders van jeugdleden of de jeugdleden zelf. Zodra een melding wordt ontvangen door (meestal) de speltakleiding, wordt de melding gecommuniceerd naar alle betrokkenen:

  • De pester
  • De gepeste
  • De rest van de groep
  • Alle leidinggevenden van de betreffende speltak
  • De ouders van de pester
  • De ouders van het slachtoffer

Doordat de eerste drie groepen vaak niet praten over het pesten – elk vanuit hun eigen belang en psychisch mechanisme – merken leidinggevenden en ouders het heel vaak niet op. Het is dus belangrijk om alert te zijn op de signalen van pesten. Let op kinderen die steeds vaker niet komen opdagen, kinderen die alleen en stil zijn, weinig vriendjes hebben, kinderen die niet gekozen worden door de anderen en kinderen die minder presteren dan je van ze gewend bent. Gepeste jeugdleden kunnen onzeker zijn en uitstralen dat ze niet lekker in hun vel zitten. Pesters zijn vaak juist zelfverzekerd en stoer.

Waarom merkt niemand iets

Kinderen die gepest worden, houden dit vaak verborgen. Ze schamen zich en zien geen uitweg. Ze zijn bang dat aandacht voor het pesten, het pesten alleen maar verergert en dus kiezen ze ervoor om net te doen alsof er niets aan de hand is. De omstanders, jeugdleden die niet actief pesten, maar wel weten dat het gebeurt, verkeren vaak in tweestrijd. Ze zijn het niet eens met de pester, maar voelen ook zijn macht. Ook zij denken dat het niet helpt als ze zich tegen de pesters verzetten en doen daarom niks. De macht van de pester reikt soms zo ver, dat ‘de grijze massa’ de gepeste ook schuldig

gaat vinden: ‘Het is ook wel een slome, en hij doet ook nooit leuk mee, hij maakt het er ook zelf wel een beetje naar.’

De speltakleiding spreekt met alle betrokken partijen en verzamelt zo informatie met betrekking tot de melding. In overleg met alle betrokkenen worden maatregelen afgesproken om herhaling te voorkomen.

De resultaten van de genomen maatregelen worden door de speltakleiding en betrokkenen geëvalueerd binnen een vooraf kenbaar gemaakte termijn. De speltakleiding maakt hier tevens melding van binnen het bestuur.

Bij herhaling zal de speltakleiding maatregelen nemen die in sterkte toenemen. Herhaling moet daarbij niet alleen worden gezien als het doorgaan van het pesten van het oorspronkelijke slachtoffer, maar ook het (beginnen met) pesten van anderen.

Welke maatregelen worden genomen?

1. Gesprek met betreffend lid/leden op gedrag

Het lid (of de leden) wordt aangegeven dat het gedrag ongewenst is en dringend verzocht dit gedrag niet meer te tonen.

Dit is een eerste waarschuwing waarbij de pester het voordeel van de twijfel krijgt. Leidinggevenden wordt gevraagd extra toezicht te houden.

2. Aanspreken betreffend lid/leden op gedrag

Het lid (of de leden) ontvangt schriftelijk een berisping conform artikel 19.1.e. van het huishoudelijk reglement. Deze berisping kent in principe geen einddatum. Bij deze maatregel worden ouders van jeugdleden geïnformeerd over de achtergrond van de berisping.

3. Schorsing

Het lid (of de leden) wordt per aangetekende brief op de hoogte gebracht van de schorsing. De periode van schorsing wordt door het bestuur bepaald, waarbij de ernst van de pesterijen wordt meegewogen. De schorsing bedraagt minimaal twee maanden.

Een geschorst lid heeft gedurende de periode van schorsing geen toegang tot de accommodatie en mag niet deelnemen aan activiteiten van de vereniging, ook als deze buiten de accommodatie worden gehouden.

4. Royement

Het lid (of de leden) wordt per aangetekende brief op de hoogte gebracht van het feit dat hij/zij is geroyeerd als lid van Scouting Emmen.

Als Scouting Emmen hebben we als doel om plezier in het scoutingspel te beleven. Wij hopen daarom dat iedereen zich zal inzetten dit protocol zo min mogelijk nodig te laten zijn. Pesten gaat hoe dan ook ten koste van het plezier binnen onze vereniging.